
In een park, waar duizend verschillende boomsoorten bijeen zijn gesleept, zat ik op een bankje. Alles was nog nat van de regen, ik zat niet lekker, en te veel medemensen sjokten rondom, de naamplaatjes bestuderend. Al gauw wilde ik er weg, maar ja, ik had dik betaald om hier te mogen verblijven. Gaan of blijven, er schoot me geen compromis te binnen.
Toen rinkelde mijn mobiel. "Of ik een museumbezoeker was met een verloren museumjaarkaart?". Die was namelijk gevonden ergens in een bos. Of ik hem wilde komen ophalen?
En inderdaad, het ding bleek foetsie. Heel bizar hoe ze via-via mijn telefoonnummer hadden kunnen achterhalen. Ik snapte wel waarom de kaart uit mijn broekzak was gesprongen, ik geloof namelijk niet in verleden tijd. Ook een raar verhaal hoe ik er aan was gekomen. Enfin, dat telefoontje bracht verlossing van mijn knagende dubio. Fijn, want ik houd niet van het maken van keuzes... laat anderen - of het leven - maar beslissen. Er zou later vast wel een diepere reden blijken, want zo gaat dat vaak met onwaarschijnlijk toeval.
Ruim een uur gelopen, met vele mogelijk wegen die naar het afhaaladres zouden leiden. Ik besloot om mijn 'zin' te volgen, last-second, bij iedere kruising of splitsing, zonder voorbedachte rade. Dus onderweg tamelijk kris-kras over bospaden en -lanen, met wel een heel klein beetje richtingsgevoel, maar desondanks werd ik tijdens een omweg verrast door nog een omweg.
Toen ik in de buurt kwam merkte ik dat mijn 'wil' wilde afbuigen richting huis, kort voor het afhaalpunt linksaf. Curieus! "Wat is er aan de hand?", vroeg ik mijn brein. Plenty of reasons: ik zou ook morgen kunnen terugkomen, of de kaart nooit meer gebruiken, of... etc. Klonk verdacht. Normaal is mijn 'wil' niet zo wispelturig, maar dit rook sterk naar manipulatie.
Ik liep een stukje terug over het pad, gevolgd door een nieuwe aanloop. En ja hoor, overduidelijk, hij wilde voortijdig terug naar huis. Há, ik zag een bord met een pijltje linksaf… zou dat het zijn? Een onderbewuste kracht om visuele aanwijzingen te volgen? Even op me in laten werken… maar nee, leek toch van niet.
Misschien was het dat ik er belabberd uitzag, 's winters in een hempie? Ik trok een trui aan. Weer een stukje terug, nieuwe aanloop. Maar nee, iets maakte grote bezwaren tegen rechtsaf. Trui nog maar eens uit, jas aan, opnieuw... no way.
Toen herinnerde ik me dat ik zojuist een hoop tieners had horen voetballen, flink hard geknal met een bal tegen een muur, zo een electronische variant met lampjes en muziek.
Ineens begreep ik het. Iets in mij was bang om voor gek te worden uitgemaakt als ik als oudje langs die jonkies liep, misschien dat ze wel de bal tegen mijn hoofd zouden trappen. Dát flitste eerder wel even door mijn mind, en ik had het afgedaan als onzin en weggeduwd en zogenaamd vergeten. Maar de negatieve lading van de angst was blijven hangen. Zo was dus mijn 'wil' geïnfecteerd geraakt, waardoor het hem lukte om mijn intuïtie te overtroeven. Haha, mispoes.
Heel vroeger was dat namelijk ooit zo gegaan. Tijdens gymles, een keiharde bal tegen mijn hoofd. Ik helemaal verward, en me zogenaamd groot weten te houden. Aha, zó werkt dat dus! Toen toch maar stoer rechtsaf, langs de wilde tieners gelopen, niks aan het handje. Het bleek allemaal pure verbeelding, gedreven door een stukje onverwerkte angst.
Zo iets overkomt me bijna dagelijks. Dat toeschouwers kunnen zien dat ik het heen-en-weer krijg, kleren aan- en uittrek. Of plotseling stil blijf staan omdat er stilte uitbreekt. Of schijnbaar zinloze rondjes rijden in de bus, of schrikdraad beetpakken, of door modder baggeren, desnoods achterstevoren, met m'n ogen dicht. Officieel noemen ze dat "egootje pesten". Oude neigingen in kaart brengen, want onwaarheid willen doorzien = afleren, om plaats te maken voor niet-weten, waarin iets werkelijk nieuws kan opduiken.
Waar dat goed voor is? Bijvoorbeeld om de volgende keer helemaal vrij te laten kiezen voor linksaf-of-rechtsaf.